Ik oefen met vla of andere lekkere dingen
Onder afwijkend mondgedrag verstaan we:
Mogelijke oorzaken zijn:
Er is daarbij ook sprake van een wisselwerking. Bij onvoldoende lipkracht is het bijvoorbeeld moeilijk de mond goed gesloten te houden, terwijl de continu geopende mond er weer voor zorgt dat de mondspieren verslappen.
Afwijkend mondgedrag kan tot gevolg hebben dat er problemen ontstaan met horen. Door de open mond krijgt het kind minder vaak een slikreflex waardoor de oren dicht gaan zitten en het kind minder goed hoort. Een achterstand in de spraak-taalontwikkeling kan het gevolg zijn.
Ook kan afwijkend mondgedrag resulteren in gebitsproblemen (een open beet of overbeet). Een tandarts of orthodontist zal logopedische behandeling adviseren wanneer hij vermoedt dat afwijkend mondgedrag ten grondslag ligt aan bepaalde gebitsafwijkingen.
De logopedist werkt met u (uw kind) aan het verbeteren of afleren van bovengenoemde problemen. Deze oefentherapie die gericht is op het herstellen van een verstoord evenwicht in het functioneren van de spieren in en rond de mond, heet oromyofunctionele therapie. Bij de behandelmethode wordt gewerkt aan het verbeteren van de spierspanning en de tongpositie in rust, tijdens het slikken en tijdens het spreken.
Aangezien we zo’n 2000 keer op een dag slikken, is het voor het slagen van de behandeling belangrijk dagelijks te oefenen. De therapie zorgt voor een verbeterde spierspanning in het gezicht en hierdoor kunnen de schadelijke mondgewoontes worden afgeleerd en (verdere) oor-, keel- en gebitsproblemen voorkomen.