Zelfs ik versta mijn kind niet altijd
Spraakontwikkeling of articulatie is belangrijk voor een goede verstaanbaarheid.
Wanneer een kind bepaalde klanken niet of niet goed uitspreekt (“Mag ik een toetje?” → het kind bedoelt koekje, maar vervangt de ‘k’ door een ‘t’), kan dat leiden tot verwarring en frustratie of vermijdingsgedrag (“Zeg jij het maar”). Er kan sprake zijn van klankvervangingen (‘koekje’ wordt ‘toetje’), klankweglatingen (het kind laat de eerste letters van woorden weg, ‘poes’ wordt ‘oes’) of woorden worden ingekort (‘staart’ wordt ‘taart’ of ‘ballon’ wordt ‘lom’).
Daarnaast kan er sprake zijn van nasaliteitsproblemen (het kind spreekt continu alsof het verkouden is of er is juist sprake van luchtverlies door de neus tijdens het spreken) of slissen/lispelen. Problemen met de nasaliteit komen vaak voor bij kinderen met een schisis (hazenlip), maar kunnen ook ontstaan door (chronische) verkoudheden, een scheef neustussenschot, een slappe mondmotoriek, vergrote keelamandelen, etc.
Wij kunnen bij bovenstaande spraakproblemen hulp bieden, maar ook bij binnensmonds spreken, mompelen of een slappe articulatie, zowel bij kinderen als bij volwassenen.
In de behandeling zal aandacht worden besteed aan het verbeteren van de uitspraak van de ontbrekende of afwijkende klanken of de pittigheid van het spreken, zodat de verstaanbaarheid en algehele communicatie worden verbeterd.
Articulatieproblemen kunnen er ook toe leiden dat het kind moeite krijgt met spelling. Het weet dan niet goed hoe een woord wordt uitgesproken en ook niet hoe het wordt geschreven (‘tampasta’ in plaats van ‘tandpasta’). Wij kunnen hierbij als logopedist (en eventueel de dyslexiespecialist binnen onze praktijk) ondersteuning bieden.