Dat zeg ik toch! Mij is boos als hij stom dee!
Taal komt overal terug in ons dagelijks leven. We geven met taal aan wat onze wensen en behoeften zijn en proberen de taal die we om ons heen horen en lezen te begrijpen.
Wij behandelen algemene problemen in de taalontwikkeling en problemen in de taalontwikkeling die ontstaan bij meertaligheid.
Ik heb die gekoopt
Bij peuters zien we soms dat de taalontwikkeling niet goed op gang komt; er is als baby weinig gebrabbeld en/of na de eerste woordjes komt het kind niet of moeilijk tot het uiten van nieuwe woorden. Het kind spreekt dan te weinig vergeleken met leeftijdsgenootjes of het kind spreekt in kromme zinnen. Ook kan het zijn dat het begrijpen van wat een ander zegt moeizaam verloopt. Het is dan moeilijk om in sociale situaties te communiceren met anderen. Wanneer de taalontwikkeling van een kind langzamer of afwijkend verloopt, kan het problemen krijgen in de communicatie met anderen. Dit kan leiden tot frustratie en het zich terugtrekken uit de communicatie. Bij de oudere kinderen kunnen de taalproblemen leiden tot leerproblemen op school.
Bovenstaande taalproblemen kunnen samenhangen met gehoorproblemen, een achterstand in de (algehele) ontwikkeling of een ziektegeschiedenis, maar er kan ook sprake zijn van een specifiek taalprobleem. Bij een specifieke taalontwikkelingsstoornis (TOS) is er geen duidelijk aanwijsbare oorzaak voor de taalproblemen. Met behulp van vroegtijdige behandeling kan het kind toch groeien in zijn/haar taalontwikkeling. Wij zullen adviezen en/of behandeling geven die erop is gericht om de taalontwikkeling op gang te brengen of de taalontwikkeling te verbeteren. De taalgevoelige periode van een kind loopt tot een leeftijd van ongeveer 6 à 7 jaar. Het is daarom belangrijk niet te lang af te wachten en deze gevoelige periode volledig te benutten.
Wij brengen de taalontwikkeling in kaart door een aantal testen af te nemen. Aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek zal er in overleg met de ouder een behandelplan worden opgesteld waarin de te behalen doelen worden geformuleerd. Indien nodig zal er een aanvraag worden gedaan voor verder onderzoek bij andere disciplines of informatie worden ingewonnen bij derden, bijvoorbeeld de leerkracht.
Mocht u graag zelf willen testen of uw kind normaal leert praten, dan is hiervoor de Early Language Scale (ELS) geschikt. Deze test is voor kinderen tussen de 1 en 6 jaar oud. Met de link komt u bij de test en de uitleg daarover: ELS.
Wanneer er sprake is van niet tot nauwelijks spreken, zullen wij adviezen en oefeningen geven om de communicatie van de ouders/verzorgers en andere mensen in de omgeving aan te laten sluiten bij die van het kind. Het kind zal als vanzelf taal over nemen en de taalontwikkeling zal een groei door kunnen maken.
Als het kind al wel taal gebruikt, maar de taal past niet bij de leeftijd van het kind (er worden ‘kromme’ zinnen gebruikt zoals “ik heb die gekoopt” of “mij is boos als (= omdat) hij stom dee”) zullen er oefeningen worden gedaan om de zinsbouw te verbeteren. Een ander mogelijk probleem is een achterstand in de woordenschat: een kind kent te weinig (specifieke) woorden waardoor het zich onvoldoende duidelijk kan maken of het kind kent de woorden wel, maar kan er niet goed opkomen (“ik eh heb eh, zo’n ding gekregen, daar kan je mee ver kijken, hoe heet dat ook alweer”).
Naast de problemen met de woordenschat en zinsbouw, kunnen er ook moeilijkheden zijn in het sociale taalgebruik: het kind weet niet goed hoe het een gesprek moet voeren, heeft moeite om verduidelijking te vragen als het iets niet snapt of vindt het lastig begrijpelijk een verhaal te vertellen. Ook hierbij kunnen wij ondersteuning bieden.
Taalontwikkeling bij meertalige kinderen
Ik begrijp niks van wat de juf zegt
Meertaligheid is in principe een verrijking voor je taalontwikkeling. Door twee of meer talen te leren (tegelijkertijd of eerst één taal en later nog een taal), kun je een grote woordenschat krijgen en kan het makkelijker zijn om de grammatica van talen te ontwikkelen. Er kunnen echter ook problemen optreden bij het leren van (een van) beide talen. Het kan zijn dat er te weinig (gestructureerd) taalaanbod is in één van beide talen of dat er sprake is van een specifieke taalontwikkelingsstoornis (TOS), waardoor de ontwikkeling van beide talen niet goed verloopt.
Wij kunnen door een uitgebreid(e) anamnese en onderzoek in kaart brengen of er problemen zijn in beide talen, of dat er slechts een probleem is met de taal die als tweede verworven wordt (vaak het Nederlands). Wanneer er sprake lijkt van een NT2-probleem (probleem met het leren van het Nederlands als tweede taal), dan zullen wij adviezen geven ter stimulering van het Nederlands, maar is logopedische behandeling verder niet geïndiceerd. Vaak is taalondersteuning door een andere instantie dan voldoende om het Nederlands goed te leren.
Wanneer er sprake lijkt van een probleem met beide talen (eventueel na aanvullend meertaligheidsonderzoek bij het Audiologisch Centrum) zullen wij de behandeling kunnen starten en adviezen en oefeningen geven om beide talen goed te kunnen ontwikkelen.
Er zal in eerste instantie altijd worden geadviseerd dat de ouders/verzorgers in de taal die zij het best beheersen, met het kind spreken.